Wat wil je weten...de vragenwand en nog meer antwoorden...!
Groep 3, thema 4 tussen voorjaarsvakantie en meivakantie: Op safari in Afrika
Na nog een tweede ronde expertlezen over Afrikaanse dieren zoals de hyena, zebra, springbok, jachtluipaard, buffel, gnoe, struisvogel en slang kunnen we nog meer vragen van onze vragenwand beantwoorden.
De
struisvogel
Een struisvogel kan niet
vliegen.
Hij legt hele grote eieren.
De mannetjes zijn zwart met
wit.
Hij leeft in het midden van
Afrika.
Hij eet gras en andere planten.
En ook insecten.
Een struisvogel rent 2x zo hard
als een mens.
Hij heeft veel vijanden: de
wilde hond, het jachtluipaard en de hyena.
Babs
De
buffel
Buffels leven in grote kuddes.
Een buffel kan wel meer dan 800
kilo wegen.
Een buffel wordt niet zo oud.
Zoiets van 25 jaar.
Veel dieren vinden het vlees
van de buffel lekker.
De baby’s lopen gevaar, ze worden
snel opgegeten door de leeuwen en de krokodillen.
Pieter
en Jip
Het
jachtluipaard
Een jachtluipaard heeft grote
oren want dan kan hij goed luisteren.
Hij hoort ook kleine prooien.
Een jachtluipaard is een
roofdier.
Want ze jagen op andere dieren.
Een jachtluipaard kan sneller dan
een auto.
Wel 100 kilometer per uur.
Het is het snelste dier ter
wereld.
Sneller dan een slang.
Soms duurt het uren voordat een
jachtluipaard een springbok vangt.
Mama jachtluipaard zorgt in
haar eentje voor de kleintjes.
Coenraad
en Kuno
En er ontstaan nog een serie posters voor in het safari-informatiecentrum plus flyers.
De vragenwand met de antwoorden, dat is dan nog een hele klus, om samen te bespreken, maar wel goed en leuk om te doen, samen kijken wat zijn we wijzer geworden dit thema, wat weten we nu wel en eerst (bij de start van het thema) nog niet.
Alles wat we wijzer geworden zijn over de Afrikaanse dieren verzamelen we ook nog in een paar zelfgemaakte boeken, die altijd in de klas blijven, i.t.t. de spelhoeken die na afloop van het thema weer verdwijnen.
En de informatie bewaren we ook, in het klein, in onze leesmap. Aan het einde van het thema is het lezen in de map altijd weer een prachtige activiteit met een hoge betrokkenheid. Bij een serie teksten leest het kind eerst de eigen tekst nog eens en zet er met de markeerstift een lijn omheen ("geel maken"). Dan zoekt het een kind op en gaat de tekst van dat kind hardop voorlezen, het ontvangende kind luistert goed of zijn tekst correct wordt voorgelezen. Daarna worden de rollen gewisseld. Het wordt een sport zoveel mogelijk correct gelezen teksten te verzamelen.
Naast het spelen, lezen en schrijven hebben we ook Afrikaanse kettingen gemaakt met deels zelfgemaakte kralen, dieren van klei gemaakt, een Afrikaans dorp, dierenmaskers, en hebben we gebatikt, nou ja de allereerste beginselen: kaarsvet druppelen op een katoenen lapje, textielverf en het vet eruit strijken.
En tot slot de thema-afsluiting..!
Reacties
Een reactie posten