Groep 4 geschreven door Inge ten Bergen
De
verteltafel over Pluk van de Petteflet:
We
hebben een aantal lessen gewerkt aan onze verteltafel over Pluk.
Ik ben begonnen met het voorlezen van het verhaal. Omdat het om acht lange hoofdstukken ging en de kinderen het verhaal goed in hun hoofd moesten krijgen heb ik bij een paar hoofdstukken na afloop met de kinderen een woordveld ingevuld met de belangrijke dingen die in het hoofdstuk waren gebeurd. Bij andere hoofdstukken heb ik de kinderen aantekeningen laten maken terwijl ik aan het lezen was. Dit was de eerste keer dat we dat deden maar het ging al best goed. Sommige kinderen schreven een hele bladzijde vol en anderen hadden een paar dingen. Voor de kinderen die het lastig vonden stopte ik in het begin steeds na een stukje en vroeg wie er al wat gehoord wat heel belangrijk was voor het verhaal. Zo leerden zij wat de bedoeling was van de andere kinderen.
Na afloop van een hoofdstuk legde ik alle kleurenkopieën van de verhalen om de middentafel en liepen we er in een kring omheen. De kinderen moesten opzoeken welke plaatjes bij het gelezen hoofdstuk hoorden. Die kwamen op het whiteboard te hangen. Voor we de volgende keer verder gingen lezen keken we even naar de platen die geweest waren en namen dat stuk van het verhaal weer even samen kort door.
De kinderen hebben ook nog een van de hoofdstukken zelf gelezen. Ik had de tekst gekopieerd en de kinderen mochten in dat hoofdstuk alle dieren zoeken. Die moesten ze geel maken. Voor de zwakke lezers had ik een klein stukje van de tekst gemarkeerd waar heel veel dieren in zaten. Zij zochten daar de dierennamen op. Dit liep heel goed. De kinderen waren zeer gemotiveerd aan het lezen (en dieren zoeken).
Tot slot hebben we het stukje van de film gekeken wat bij deze hoofdstukken hoorde. Helaas was dat net wat anders dan in het boek. Zo zie je maar weer dat je eerst zelf een film moet kijken voor je met de kinderen gaat kijken.
Toen kwam de les dat de kinderen zelf mochten gaan schrijven bij de plaatjes. Ik had de groep verdeeld in groepjes van 4 (twee 2-tallen). Ieder viertal had een lezer met een hoog AVI-niveau in de groep. Diegene mocht het hoofdstuk eerst nog een keer voorlezen aan de rest. Daarna moest het hoofdstuk worden ingeleverd en kregen de kinderen een A4-tje waar ze in 2-tallen bij de plaat zinnen mochten schrijven. Er kwamen goede zinnen uit. Zelf heb ik met een instructiegroep hetzelfde gedaan. Ook zij wisten goed waar het verhaal over ging. Ze vonden het wel lastig om dit in goede zinnen te formuleren. Samen zijn we toch tot een mooi stuk gekomen.
Thuis heb ik de zinnen van de tweetallen samengevoegd en er een stuk van gemaakt. Waar het ene tweetal niet aan gedacht had heeft het andere tweetal weer wel. Zo vullen ze elkaar goed aan.
De volgende dag heb ik de 8 platen met tekst (die nu af waren) aan acht leerlingen gegeven voor de klas en de rest van de klas moest die kinderen in de goede volgorde zetten.
Daarna kregen de kinderen de geschreven teksten van de dag ervoor en gingen die ook proberen in de goede volgorde te leggen. Nu hadden ze geen platen als steun en moesten ze goed lezen.
Voor de zwakke lezers was dit te lastig. Zij hebben hun eigen stukje (was ook geschreven in de instructiegroep) met mij nog een keer gelezen. We hebben vast geel gemaakt wat we nodig hadden voor de verteltafel.
De tekst gaat nu als leestekst in de map.
Ik ben begonnen met het voorlezen van het verhaal. Omdat het om acht lange hoofdstukken ging en de kinderen het verhaal goed in hun hoofd moesten krijgen heb ik bij een paar hoofdstukken na afloop met de kinderen een woordveld ingevuld met de belangrijke dingen die in het hoofdstuk waren gebeurd. Bij andere hoofdstukken heb ik de kinderen aantekeningen laten maken terwijl ik aan het lezen was. Dit was de eerste keer dat we dat deden maar het ging al best goed. Sommige kinderen schreven een hele bladzijde vol en anderen hadden een paar dingen. Voor de kinderen die het lastig vonden stopte ik in het begin steeds na een stukje en vroeg wie er al wat gehoord wat heel belangrijk was voor het verhaal. Zo leerden zij wat de bedoeling was van de andere kinderen.
Na afloop van een hoofdstuk legde ik alle kleurenkopieën van de verhalen om de middentafel en liepen we er in een kring omheen. De kinderen moesten opzoeken welke plaatjes bij het gelezen hoofdstuk hoorden. Die kwamen op het whiteboard te hangen. Voor we de volgende keer verder gingen lezen keken we even naar de platen die geweest waren en namen dat stuk van het verhaal weer even samen kort door.
De kinderen hebben ook nog een van de hoofdstukken zelf gelezen. Ik had de tekst gekopieerd en de kinderen mochten in dat hoofdstuk alle dieren zoeken. Die moesten ze geel maken. Voor de zwakke lezers had ik een klein stukje van de tekst gemarkeerd waar heel veel dieren in zaten. Zij zochten daar de dierennamen op. Dit liep heel goed. De kinderen waren zeer gemotiveerd aan het lezen (en dieren zoeken).
Tot slot hebben we het stukje van de film gekeken wat bij deze hoofdstukken hoorde. Helaas was dat net wat anders dan in het boek. Zo zie je maar weer dat je eerst zelf een film moet kijken voor je met de kinderen gaat kijken.
Toen kwam de les dat de kinderen zelf mochten gaan schrijven bij de plaatjes. Ik had de groep verdeeld in groepjes van 4 (twee 2-tallen). Ieder viertal had een lezer met een hoog AVI-niveau in de groep. Diegene mocht het hoofdstuk eerst nog een keer voorlezen aan de rest. Daarna moest het hoofdstuk worden ingeleverd en kregen de kinderen een A4-tje waar ze in 2-tallen bij de plaat zinnen mochten schrijven. Er kwamen goede zinnen uit. Zelf heb ik met een instructiegroep hetzelfde gedaan. Ook zij wisten goed waar het verhaal over ging. Ze vonden het wel lastig om dit in goede zinnen te formuleren. Samen zijn we toch tot een mooi stuk gekomen.
Thuis heb ik de zinnen van de tweetallen samengevoegd en er een stuk van gemaakt. Waar het ene tweetal niet aan gedacht had heeft het andere tweetal weer wel. Zo vullen ze elkaar goed aan.
De volgende dag heb ik de 8 platen met tekst (die nu af waren) aan acht leerlingen gegeven voor de klas en de rest van de klas moest die kinderen in de goede volgorde zetten.
Daarna kregen de kinderen de geschreven teksten van de dag ervoor en gingen die ook proberen in de goede volgorde te leggen. Nu hadden ze geen platen als steun en moesten ze goed lezen.
Voor de zwakke lezers was dit te lastig. Zij hebben hun eigen stukje (was ook geschreven in de instructiegroep) met mij nog een keer gelezen. We hebben vast geel gemaakt wat we nodig hadden voor de verteltafel.
De tekst gaat nu als leestekst in de map.
Als allerlaatste heb ik geknutseld met de kinderen. Wat waren ze betrokken! Zie de foto’s !
En nu aan het spelen!
Reacties
Een reactie posten